We komen terug in Frankrijk in het late voorjaar. Dat kenmerkt zich door aangename temperaturen en natte omstandigheden. Na een lange rit stappen we nieuwsgierig uit een overvolle auto.

Na aankomst doen we een eerste korte verkenning in en om het huis. Het is geen verrassing dat de conclusie daarvan een lange todo lijst is. Dat vat tevens de plannen samen, die we voor de zomer voor deze plek hebben. Er zijn ook kleine verrassingen; vooral de sporen van vrienden die het huisje bezocht hebben, waaronder twee rijen aardappelplanten die opgekomen zijn in de moestuin.

Om te beginnen pakken we de auto uit, waarin van alles zit dat hier van pas moet komen, of elders in de weg lag. Als eerste en voorzichtig: wat voorgezaaide plantjes die hopelijk ook in de moestuin verder kunnen. Vervolgens gereedschap en allerhande materialen voor de klussen op het programma en kleding en beddengoed om de hele zomer hier bezig te kunnen blijven.

Gras en – onder andere – kleefkruid, ringelwikke, brandnetels, wat fluitekruid en enkele teruggedrongen bramenplanten, zijn rondom het huis en in de tuin weer opgeschoten tot een indrukwekkende 60 centimeter. Op plekken zelfs hoger. Aanvankelijk is alles nog goed nat. Op de avond van aankomst valt er nog een bui, die tegen zonsondergang afgesloten wordt met een mooie regenboog.

Om elk zonnestraaltje van de komende dagen mee te pakken, maken we ook – enigszins provisorisch – het zonnepaneel van de oude camper weer operationeel. De hele set van paneel, omvormers en accu hebben we uit de camper gehaald en is nu in een krat verplaatsbaar. Het kan te zijner tijd weer ingebouwd worden in een nieuwe camper, maar moet in de tussentijd dienst doen als basisvoorziening in dit huis. Zo hebben we niet voor alles generatoren nodig, tot we de stroom écht hebben aangesloten.

We maken ons zo weer thuis. Doen ons werk in de woonkamer. Praten bij met een Nederlandse voorbijganger die in de buurt woont en met de boer die bijna dagelijks langskomt. Ook van hen berichten van een nat voorjaar. Twee dagen later wordt het weer wat droger en kunnen we met de bosmaaier aan de slag. Tussen het hoge gras vinden we een smaragdhagadis, een hazelworm en langs de randen bastaard satijnrupsen. De riek die we kregen van vrienden, om symbolisch veel hooi mee op de vork te nemen, wordt wederom praktisch ingezet.

Naast de aardappels zijn ook wortels en radijzen opgekomen. In de natte grond zijn de radijzen fors geworden, maar gebarsten en ook wormstekig. Wel deels eetbaar. De wortels moeten nog wel even. Vooral de bloemen die we aan weerszijden van het veldje plantten hebben veel gedaan, al is er vooral blad en vooralsnog geen bloem te zien. Een mooie afleiding voor eventuele slakken. In plaats van de radijzen planten we voorgezaaide bonenplantjes.

Met een leefbare situatie in en om het huis, ervaren we al snel weer een gevoel van thuiskomen. De bijdragen uit volle borst van een nachtegaal – die zijn nieuwsgierigheid niet kan bedwingen -, bijeneters, merels en – op afstand – wielewalen en een koekoek maken het weer heerlijk om hier te zijn. We kunnen vooruitblikken op een periode van veel klussen, die we ons voornemen in balans te brengen met ons werk, bezoek en andere dingen om het allemaal leuk te houden.