Op het land achter het huisje staat een oude waterput. De randen zijn begroeid met klimop, maar door het gebladerte kunnen we onder in de put water zien staan. Het water lijkt redelijk diep te staan en dat is wel logisch, want de put zelf staat al een meter of drie boven het fundament van het huis.
We knopen een steen aan een touw en laten die zakken, en zakken. Het touw glijdt door de vingers en we moeten lengte blijven geven tot het einde bereikt is. Zelfs met 10 meter touw komen we (net) niet helemaal tot de waterspiegel. We knopen er nog een touw aan en proberen het opnieuw. Het blijkt precies een hele touwlengte van 10 meter te zijn tot de waterspiegel.
We hangen een lamp en camera aan het touw, om de put te kunnen inspecteren. De wanden blijken keurig opgebouwd uit natuursteen, al zien we hier en daar behoorlijke gaten. Of die bewust gemaakt zijn, of beschadigingen betreffen is voor ons een vraag. Onderin de put, een paar meter boven het waterpeil, is de wand afgesmeerd of uit beton gemaakt. Tien centimeter boven de waterspiegel zien we een duidelijke lijn van optrekkend vocht op de wand.
In het water drijven wat bladeren en een uitzetpaaltje van de landmeter. Het water ziet er schoon uit.