De overdracht in januari gaat samen met koud weer. In het huis is het daardoor ook koud. Voor comfort moeten we creatief zijn en niet te veeleisend. Het gaat een beetje primitief, maar we houden het eigenlijk prima uit. Toch is comfort een groot woord voor wat we in het huisje voor elkaar krijgen in deze tijd van het jaar.
Uit Nederland hebben we een petroleumkachel meegenomen. Die staat snel opgesteld in de ‘woonkamer’ en brandt de hele dag. De kamer gaat daarmee elke dag opnieuw van zo’n 7 graden in de ochtend naar 15 graden gedurende de dag. We stoken er tegelijk langzaam vocht mee uit de muren en de kamer.
De gasfles en gasstel uit de camper, verplaatst naar de ‘woonkamer’ als keukentje, geeft ook nog wat warmte, waarmee het rond etenstijd daar zo’n 17 graden wordt. In het huis stond nog een oude gaskachel, het opknappen daarvan komt hoog op de prioriteitenlijst, maar verliest het uiteindelijk op de korte termijn van de aanschaf van een nieuwe, waarmee we eindelijk naar ‘normale’ kamertemperatuur kunnen komen.
Verder moeten we het doen met wollen dekens en donzen slaapzakken, naast thermokleding en warme truien. Of beter: met lekker bezig blijven. Met een klus, binnen of buiten, hebben we het zo warm. We slapen daarna in de camper, waar deze kou met de goede kleding en onder de dekens nog geen uitdaging vormt.
Er is in het dorp een publieke WC, maar die is ’s winters dicht. Vooralsnog gebruiken we de oude buiten-WC in de tuin. Een douche hebben we niet, dus we wassen ons met drinkwater, dat we kopen bij de supermarkt en verwarmen op het gasstel. Als we willen kunnen we ook naar een nabijgelegen aire, langs een tolweg, waar een gratis douche is voor vrachtwagenchauffeurs.
Stroom voor licht, het opladen van telefoons en laptops en zo nodig gereedschap, gebruiken we uit de huishoudaccu van de camper. Die wordt op zonnige dagen bijgeladen op het zonnepaneel, maar loopt met de winterse bewolkte omstandigheden langzaam leeg. Daarom hebben we generatoren bij ons. Die zijn niet nieuw en willen niet zomaar te starten. Na uren en dagen proberen en prutsen aan de motoren lukt het uiteindelijk om er één draaiend te krijgen. We laden er de accu een beetje mee op en pakken zo weer wat terug om de volgende dagen mee vooruit te kunnen.