We leggen een wedje in de auto naar Frankrijk: op de lengte van het gras, dat we eerder kortmaaiden. Jiska gaat voor een bescheiden 20 centimeter. Ik voor een meter. Maar belangrijker is dat bij aankomst het huis nog goed afgesloten en droog blijkt.

Het is al behoorlijk zomers als we aankomen. De zon heeft de dag tot meer dan 25°C verwarmd en er hangen donderwolken in de lucht. Het blijft bij wat gerommel en spetters, wat ons mooi in de gelegenheid brengt om de auto uit te laden, die we daarbij klaarmaken om weer in te slapen.

Uit de auto komt een bonte verzameling spullen die we afgelopen maanden verzamelden bij kringloopwinkels, op rommelmarkten en via Marktplaats, alsook uit restanten van eerdere klussen bij het boshuisje in Drenthe. Het is hoofdzakelijk gereedschap, wat meubilair en allerhande spulletjes om het verblijf hier nuttig en aangenaam te maken.

Er komen ook drie boompjes uit de auto. Een olijfboompje dat we begin 2022 al kregen als stekje, inmiddels dankzij de goede zorgen van de oppas uitgegroeid tot een metertje hoog, een walnotenboompje van onze vrienden, aanvankelijk niet veel meer dan stok, die dit voorjaar enthousiast uitliep op ons Haags balkonnetje, en een appelboompje uit Erica, waar al twee kleine appeltjes aan groeien.

Ze kunnen allemaal de grond in als we een plekje kunnen kiezen in de tuin, die er weer overwoekerd uitziet. Jiska verliest de weddenschap, het gras haalt de meter wel. Er lijkt bijna geen verschil tussen wat we eerder al maaiden en waar we nog helemaal niet aan toe waren gekomen. Welkom in de jungle! We banen ons een pad naar het huis om de spullen naar binnen te dragen, vervolgens naar een plekje in de avondzon om nog even te zitten en laten dan de rest – zo goed als we kunnen – even voor wat het is.