Er zit een addertje onder het gras, waar we wat meer over willen vertellen. Dat mag je letterlijk nemen: op zonnige dagen is de slang steevast te vinden op een warm plekje voor het huis, in de zon, maar wat beschut door het eveneens warme zonnepaneel. We noemen ‘em Ad; de adder.
Ook vorig jaar al, was er een adder die incidenteel voor het huis te vinden was. Toen hebben we die één of twee keer gezien en bleef het daarbij. Dit jaar was er aanvankelijk ook geen teken van de slang, tot ik in het voorjaar een hoop oude dakpannen opruimde, vlakbij de buitenkraan.
Ik was me al bewust van het feit dat dit een ideaal plekje was voor een overwinterende slang en ging voorzichtig te werk. Tussen de dakpannen kwam ik geen slang tegen, maar ineens hoorde ik wel een waarschuwende sis. Vlakbij, achterlangs het hek dat de tuin scheidt van het overgroeide spoor, zag ik een adder vertrekken, waarschijnlijk toch verstoort.
Misschien hebben we zo een verhuizing aangemoedigd. Het lijkt erop dat de slang nu de kleine ruimte tussen het huis en het beschermende plastic rondom de fundering gebruikt om zich te verschuilen. Overdag, als de zon lekker schijnt, kruipt ‘ie eruit om lekker op te warmen. Dat gebeurt op een plekje dat we regelmatig passeren, op weg naar de kraan.
Het is dus telkens even opletten als we het huis uitlopen. Maar we wennen aan elkaar. Zijn we te nieuwsgierig en blijven we te lang kijken, dan trekt de slang zich terug in de holtes achter het plastic. Het is geen groot exemplaar, misschien 50 centimeter lang. Meer bruin dan zwart van kleur. We elkaar verder met rust en gaat dat vooralsnog allemaal goed.
We lezen dat adders strikt solitair leven en elkaar zo veel mogelijk mijden. Op een goede dag ontdekken we echter een tweede slang op hetzelfde plekje. De gezellige verstrengeling kan meer eigenlijk maar één ding betekenen; het moet paartijd zijn. Het ligt voor de hand om de nieuwkomer, met een grijns, Ada te noemen. Verder is het wachten op kleintjes, of tot het vrouwtje weer vertrekt.
We stellen ons voor de twee een beetje in bescherming te hebben genomen. Ze redden zich vast, maar dieren die de adder kunnen aanvallen houden we wellicht op afstand. Al zien we vanochtend nog een marterachtige voor het huis langskomen. Van kleine dieren is ook bekend dat ze de adder zonder angst aanvallen, daarbij wordt ook de kleine eikelmuis genoemd, die hier zeker rond het huis leeft. De vruchtenetende muis heeft de slang niet op het menu staan maar valt aan om de jongen te beschermen. Wij hebben liever slangen.
Toch kan een beet van de adder wel gevaarlijk zijn voor de mens. Hoewel er jaarlijks tientallen adderbeten worden geregistreerd, zijn de gevallen met fatale afloop uiterst zeldzaam. Bezoekers waarschuwen we voor de slang. Dat is dan even wennen, maar door de voorspelbaarheid wederzijds al snel een feit van het leven hier. Dat er via de pharmacie een tegengif te krijgen is, is een geruststellend idee.
De Franse elektricien vormt een uitzondering; die krijgt grote ogen en schijnbaar al bijna een stuip van het idee. Het lijkt erop dat hij liever helemaal niet meer wil langskomen, al roept de plicht. Het is een mooie stok achter de deur om de klus in één keer af te maken :’). Hij zal een zorgzame opvoeding hebben gehad, stel ik me voor. Of we geen huisdieren hebben, vraagt ‘ie, want dat gaat niet goed met slangen om het huis. Ik grap dat ik banger ben voor zijn (grote maar lieve) hond dan deze slang.
Hij wordt erg terughoudend in zijn bewegingen rondom het huis. Het volgende bezoek komt hij met een elektriciteitsbuis in de hand om de hoek, als een soort slechtziende tikkend voor zich uit op de grond. Ik kan mijn lach net inhouden maar het niet laten om hem bij vertrek een beetje te plagen als hij de deur uitloopt: “attention à la vipère hè!” roep ik. Er komt een binnensmondse reactie terug en ik denk hem hoofdschuddend weg te zien lopen.
Een paar dagen later krijgen we ’s ochtends weer een hint over het gedrag van de slang(en). De slang is verveld achter het zonnepaneel en heeft daar een lange gave huid achtergelaten. Het verklaart de onrust van de dag ervoor, toen de slang duidelijk zich wat minder lang liet bekijken en zich sneller terugtrok. Nu dat allemaal achter de rug is, kan ‘ie misschien aan de slag om het de muizen rondom het huis weer wat moeilijker te maken!